Hummelgroep
Dagritmes baby/ dreumesgroep
Babyritme
Bij de babygroep is de dagindeling per kind verschillend. Deze is afhankelijk van de voeding -en slaaptijden van de baby die ouders zelf aangeven. Daarnaast wordt er naar het kind zelf gekeken welke behoefte het heeft. Het fruit eten en de broodmaaltijd voor de oudere baby’s vinden respectievelijk plaats rond 09.30 en 11.30 uur. Baby’s kunnen vanaf 7.15 uur worden gebracht. De regels rond breng -en haaltijden worden in de groep flexibel gehanteerd, omdat er op de groep geen vaste dagindeling bestaat die voor alle kinderen hetzelfde is. Bij het brengen, bespreken ouders en leidsters de bijzonderheden rondom het kind. Bij baby’s is het belangrijk dat de leidsters op de hoogte zijn van wijzigingen in het voeding -en slaapschema, aangezien dit nog veelvuldig wijzigt en soms per dag verschilt. De jongere baby’s hebben vaak nog meer behoefte aan slaap dan de oudere baby’s.
Wanneer baby’s ouder worden, begint hun dagindeling meer met elkaar overeen te stemmen. Elke baby slaapt in een eigen vast bedje bij Lotte. De babyleidsters zorgen voor een basisrust in de babygroep en creëren een harmonieuze sfeer. Verzorgingsmomenten zijn belangrijk voor het contact tussen kind en leidster. De leidster neemt hier alle tijd voor. Ze zorgt via haar handelingen dat ze een vertrouwens band opbouwt met het kind waar het kind onbewust ook dingen van leert. Er is sprake van echte communicatie. Dit vraagt een rustige en alerte houding van de leidster. Ze volgt het kind o.a. in zijn bewegingen en initiatieven en sluit hier vervolgens weer op aan. Handelingen die een kind ondergaat worden zoveel mogelijk vooraf benoemd door een leidster zodat een kind wordt voorbereid. Hierdoor leert een kind te anticiperen op, te participeren en te coöpereren met allerlei handelingen, zoals tijdens het verschonen, aan -en uitkleden, eten en drinken.
Naast het eten, slapen en diverse verzorging -en contactmomenten met de leidster is er voor de baby gelegenheid om te bewegen en te spelen. Tijdens dit spel is het kind zelf ontdekkend bezig: hoe voelt dit bakje? Wat kan ik ermee doen? Hoe kan ik bij dat interessante speeltje komen? Leidsters creëren een omgeving met speelmateriaal passend bij de ontwikkelingsfase en de behoeften en interesses het kind. Voorbeelden van uitdagend spelmateriaal zijn: bakjes van diverse materialen, bekers, blokken, klim –en klautermateriaal, ballen van verschillende structuren. Baby’s worden bij voorkeur op de grond, op een grote speelmat in de groep gelegd waarbij ze ruimschoots de gelegenheid hebben om zich vrij te bewegen. Hierdoor leren ze hun eigen lichaam kennen en de mogelijkheden om zelf (zonder inbreng van een volwassene) tot rollen, tijgeren, zitten, kruipen, staan en lopen te komen.
Een kind ontwikkelt hierdoor veel balans en lichaamsbeheersing wat het kind zelfvertrouwen geeft. Een kind dat zich veilig en vertrouwd voelt zal nieuwsgierig zijn naar zijn omgeving en op onderzoek uitgaan. De leidster stimuleert spelenderwijs de taalontwikkeling van het kind door talige activiteiten aan te bieden, zoals: voorlezen, liedjes zingen en het benoemen van objecten uit de omgeving. Ze herhaalt regelmatig bepaalde woorden en praat veel met de baby. De materialen, de vrije bewegingsruimte en de respectvolle verzorging bij jonge kinderen zijn grotendeels gebaseerd op de visie van kinderarts Emmi Pikler. Deze visie is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek onder honderden jonge kinderen. Wij hebben de belangrijkste aspecten uit de visie van Pikler geïntegreerd in onze werkwijze op de baby/dreumesgroep.
Kinderen mogen opgroeien in een veilige en ongedwongen omgeving. Dat ze mogen worden wie ze in essentie zijn. Hier levert bij Lotte een bijdrage in.